Je hebt er vast wel eens van gehoord: “Bij tekstschrijven draait het vooral om de kunst van het weglaten.” Dat is makkelijk gezegd, maar in de praktijk vaak oh zo lastig. Met deze tips kom je vast een stuk verder.
1. Wat is de essentie?
Voor je aan het schrijven gaat is het noodzakelijk om de essentie helder in beeld te hebben. Je kunt je daarvoor uiteraard uitvoerig inlezen in bestaande of speciaal aangeleverde informatie, maar nog beter werkt een kort gesprek (interview) waarbij je alleen een beknopte samenvatting met de belangrijkste kernwoorden voor jezelf opslaat. Met deze methodiek haal je al gelijk een hoop ballast (onnodige informatie) weg.
2. Waar is de tekst voor bedoeld?
Teksten heb je in alle soorten en maten. Voor je de pen ter hand neemt moet je natuurlijk precies weten of er van jou een oprolbaar persbericht, formeel artikel voor het jaarverslag, bondige SEO webtekst, commercieel verhaal voor een vakblad of ander soort tekst verwacht wordt. Bij een goede tekst draait het altijd om maatwerk afgestemd op doel- en doelgroep.
3. Laat je tekst rijpen
Het geheim van een goede wijn zit voor een belangrijk deel in het rijpingsproces. Met teksten is dat feitelijk niet anders. Schrijf de basistekst va-banque en leg de tekst na het doorlezen gewoon even een poosje weg. Voer wat later de eerste revisie door en grijp daarbij terug naar de essentie. Je zal zien dat er veel meer geschrapt dan geschaafd wordt bij deze correctieronde. Herhaal deze werkwijze tot je zelf tevreden bent over het resultaat. Leg de tekst daarna voor aan één of enkele kritische mensen uit jouw directe omgeving en vraag hen om feedback. Als jouw tekst – eventueel met wat laatste kleine kanttekeningen - ook bij die proefpersonen goed in de smaak valt is het tijd om de wijn te serveren aan je opdrachtgever. Jouw werk zal ook bij hem of haar zeker in de smaak vallen.
4. Kijk uit voor de valkuilen!
Vooral bij journalistieke teksten is het vaak een race tegen de klok. Harde deadlines zijn immers heilig. Het uitschrijven van actuele nieuwsartikelen en verslagen die nog snel mee moeten in kranten en bladen is dan ook een vak apart. Dergelijke teksten krijgen immers nauwelijks tijd om te rijpen. In der haast sluipen er dan ook nogal eens slordigheden en storende fouten in dat soort teksten. Tijdsdruk kan dus een struikelblok zijn. Maar ook als je ruim de tijd krijgt voor het uitwerken van teksten kan er nog van alles fout gaan. In veel gevallen gaat het bijvoorbeeld mis met het bepalen en bewaken van de essentie. Opdrachtgevers willen meestal teveel informatie tegelijk in een tekst verwerkt hebben. Daarbij is hun input vaak overgoten met een overdosis chauvinisme, lyriek en commerciële prietpraat die niets met de essentie van de boodschap te maken heeft. Als tekstschrijver ben je dus eigenlijk ook nog een soort van opvoeder en waakhond. Het valt namelijk niet altijd mee om degene die jouw als tekstschrijver heeft ingehuurd (en betaalt) ervan te overtuigen dat je met de juiste toonzetting, accenten en nuances meer bereikt dan met commercieel gebral en zelfverheerlijking. Dat alles zorgt ervoor dat wij tekstschrijvers zo’n mooi en uitdagend vak hebben!